Amsterdam, 23 september 2017
‘Waarom komt de Nationale Opera zijn meest kwetsbare medewerkers niet tegemoet? Dat is een goede vraag, Marijn Lems. Sinds 2014 werk ik voor ‘De Opera’. Altijd met toewijding en meestal met plezier speelde en danste ik -of: ‘figureerde’, de grenzen blijken poreus en een HBO Dansacademie diploma + een vierjarige acteursopleiding (weliswaar particulier) veranderen daar niets aan- in de producties Faust, Der Rosenkavalier, Il Trovatore, Le Nozze di Figaro, Jephtha, Parsifal, Manon Lescaut, A Dog’s Heart en Salome.
Ik prijs me gelukkig dat ik er werk met grote, bekwame regisseurs uit onder andere Duitsland en Groot-Brittanië en *name dropping alert* mensen als Ivo van Hove en Wim Vandekeybus. En met veel andere inspirerende en gedreven figuren. Met enig gevoel van trots deel ik dan ook regelmatig achter-de-schermen-foto’s en filmpjes. Ik werk er in de mooiste kostuums, met de vetste pruiken, tussen crazy special effects, omringd door levensechte rekwisieten, allemaal zeer vakkundig met de hand en op maat gemaakt. Gaat dat zien.
Maar -want je voelt de maar aankomen- helaas onder zorgwekkende, armzalige voorwaarden. En dat dus bij de stevigst gesubsidieerde kunstinstelling van ons land. Marijn Lems onderzocht het voor Theaterkrant en schreef er het een opinie-stuk over. Neem alsjeblieft een paar minuten de tijd om het te lezen.
Ik wil graag reageren op het artikel. In de huisregels van NO&B staat dat de organisatie medewerkers aanmoedigt om deel te nemen aan sociale netwerken. “Wees authentiek en transparant.” Okee, komt goed. Echter: “Vermijd onderwerpen waarover discussie kan ontstaan en uit nooit beschuldigingen of verwijten in het openbaar.” O.. eh.. ja zeg, op internet kan overal discussie over ontstaan. Hoe zit het dan met vrijheid van meningsuiting? Dat is toch een verworven recht waar onze voorouders hard voor gestreden hebben? Het gaat mij er ook helemaal niet om om met een vinger naar iemand te wijzen. Ik wil slechts reageren op een publicatie. Authentiek en transparant.
Hierbij. Ik geef graag iets meer context bij het begrip ‘figuratie’, want ik kan me voorstellen dat je daar een bepaald beeld bij hebt. Stilstaan, boom spelen, zoiets. Voor bijna iedere productie bij DNO worden audities voor figuratierollen gehouden. Daar komen veel dansers, acteurs en mime-spelers op af. Soms is het het belangrijkst hoe je er uit ziet (omdat je bijvoorbeeld ‘dubbel’ bent van een solist), maar veelal kiest een regisseur voor kwaliteit en dat vindt hij/zij dan vaak bij geschoolde en/of ervaren spelers en bewegers. In het artikel op Theaterkrant.nl staat te lezen dat er “van de figuranten geen vooropleiding of specifieke scholing [wordt] gevraagd”. Dat was zo te lezen de reactie van DNO en dat stuit me tegen de borst. Eigenlijk zou ik iedereen die de afgelopen jaren ‘gefigureerd’ heeft in een productie willen vragen om zijn/haar CV te openbaren. Het overgrote deel van de ‘figuranten’ zal geschoold en/of zeer ervaren blijken. Nee, het wordt niet van je gevraagd. Niet op papier in de auditie aankondiging. Maar het komt natuurlijk wel heel goed uit. En ze komen het voor weinig geld doen.
Ze.
Maar ik ook dus. Ik kijk ook kritisch naar mezelf. Ik ben ook geschoold en ervaren en tòch zet ik mijn handtekening onder een contract met waardeloze voorwaarden. Waarom? Omdat ik wil spelen. Omdat ik een zeer groot deel van mijn leven wijd aan theater. Op het toneel en erachter, ernaast, eromheen, er bovenop, er schuin tegenover. Omdat ik er zo intens veel van houd. Van het met elkaar doen. Van het transformeren. Van het spelen zelf, het spel. Van het wonderlijke gegeven dat de mensen op het podium en de mensen in de zaal met elkaar afspreken om voor de duur van de voorstelling een verbeeldde wereld in te stappen. En dat dat dan de realiteit is. Waarin verhalen worden verteld. Snaren worden geraakt. Hersens worden gekraakt. Tranen worden gelaten. Waar wordt gelachen in het veilige donker. Het werk voor acteurs en dansers ligt niet voor het oprapen. Zeker de laatste tijd niet. Dus je zoekt je wegen. Ik zoek mijn wegen. En dit is er een. Spelen, dansen in een giga- professionele omgeving met bizarre theatrale mogelijkheden. Waar kan dat nog? Ja, zo gebeurt het bij mij dat ik dan zaken voor lief neem. Dan maar de hele tijd beschikbaar zijn en tot op het laatste moment geen duidelijkheid hebben over je repetitierooster. Dan maar heel weinig verdienen. Ik doe er gewoon nog vier andere dingen naast. Zes dagen per week van ’s ochtends tot ’s avonds beschikbaar zijn -maar DNO stelt dat “figuratie niet [is] bedoeld als vaste baan”- dus op zoek naar een steengoed betaalde job op de zondagen. Of ik kruip gewoon ’s nachts achter m’n computer. I’ll make it work. Somehow. Maar ik weiger de term ‘figurant’ te gebruiken als ik het heb over het meespelen in de voorstellingen bij De Nationale Opera. Omdat het in 9 van 10 gevallen iets anders is dan figureren wat we daar op dat toneel staan te doen. Dus kom niet bij me aan met de drogreden dat “bij figuratiewerk in Nederland regelmatig alleen een onkostenvergoeding [wordt] betaald”. Ik heb nog nooit stil gestaan als een boom. Best lastig lijkt me dat trouwens. Zo’n opera duurt makkelijk vier-en-een-half uur. Voor zo lang stilstaan heb je een bikkelharde, goed getrainde mimer nodig. Wat het werk inhoudt blijkt een welles-nietes kwestie. En ik weet wel wie er aan het kortste eind trekt. Trok? Laten we het hopen.
Ik wens u nog veel opera-kijk-en-luister plezier. En dat bedoel ik niet cynisch. Maar kijk even extra goed naar de mensen die de zwijgende rollen vertolken. Die werken namelijk keihard. Voor heel weinig.
Ik ben benieuwd naar het antwoord op de vraag, waarom De Nationale Opera zijn meest kwetsbare medewerkers niet tegemoet komt.
Screenshot van operaballet.nl (2018)
Geschoolde, ervaren dansers worden door DNO als figurant betaald.